De Horst

Buitenplaats De Horst in Driebergen heeft een landschappelijk aangelegd park met veel solitaire bomen, rododendrons, een slingervijver met bruggetjes en slingerpaden. Voor het brede, neoclassicistische landhuis ligt een met bomen omzoomd gazon, achter het huis splitst een rechte eikenlaan het terrein in tweeën. Het middenterrein biedt ruimte aan de diverse gebouwen van het huidige conferentieoord. Hier waren vroeger weilanden. 

Het landhuis is in 1835 gebouwd in opdracht van Richard Boer. In 1858 liet August van Scherpenberg De Horst verbouwen en vergroten. Begin 20ste-eeuw is er nogmaals ingrijpend verbouwd, waarbij de achterzijde is vergroot en de indeling van de voorgevel wijzigde in de huidige open colonnade. Het hoofdgebouw is in gebruik als congressen locatie. 

Link met kolonialisme

"In 1855 kocht het echtpaar August van Scherpenberg (1820-'63) en Maria Adolphina Schill (1836-1903) De Horst. August vertrok in 1839 naar Batavia, nu Jakarta, toen de hoofdstad van de kolonie Nederlands-Indië. Daar werkte hij voor het handelshuis Scherpenberg Jones &Co. De firma was niet erg winstgevend en werd in 1850 geliquideerd. August kocht zich in bij het handelshuis E. Moormann & Co. Deze legde zich toe op de commissiehandel.  Ook Augusts persoonlijk leven floreerde. In 1852 trouwde hij met Maria Schill, geboren in Batavia in een familie van aanzien en fortuin. Stamvader was de Lutherse predikant Jeremias Schill, die in 1789 op Java was gearriveerd. Zijn nakomelingen hadden carrière gemaakt in de rechterlijke macht, het onderwijs en de Nederlandsche Handelsmaatschappij, de dominante handelsorganisatie van het koloniale gezag. Het stel op de Horst kreeg zeven kinderen. In 1863 overleed August van Scherpenberg in de Arabische zee, aan boord van een schip dat hem naar Batavia moest brengen. Zijn weduwe bleef tot 1872 op De Horst wonen.
Twee zonen trokken in de jaren 1870 ook naar Nederlands-Indië. Frans Ferdinand (1854-'80), gepromoveerd jurist, begon in 1877 aan een rechtelijke carrière in Nederlands-Indië. Een plaatsing in 1879 als militair officier van justitie in Atjeh kostte hem zijn gezondheid. Hij stierf in 1880. Zijn broer August Frans Adolf (1853-1914) werd planter op de koffieplantages ‘Boemiajoe’ en ‘Soember Nongko’ bij Malang, het centrum van de koffieteelt op Oost-Java. August Scherpenberg was een van de vijf planters die in 1892 de Malangsche Landbouw Vereeniging oprichtte. Dit gezelschap behartigde de gemeenschappelijke belangen van de koffieplanters. Aanleiding was de vraag of ook op de ‘Europese’ ondernemingen op Java, net als in de gebieden buiten Java, een ‘koelie-ordonnantie’ moest worden ingevoerd (koelie was koloniaal jargon voor arbeider). Voor de ondernemers had die regeling het grote voordeel dat zij de arbeiders zwaar mochten straffen als deze naar hun mening hun arbeidscontract niet nakwamen. De koloniale regering zag er in 1894 van af. Maar evenmin voerde zij andere, meer bescherming biedende contracten in voor de Javaanse plantagearbeiders. Alles bleef zoals het was: de planter bleef koning in zijn koninkrijk. In 1899 vertrok Scherpenberg uit zijn vorstendom naar Nederland."
Bron (deels ingekort): Doorn – Koloniaal erfgoed te voet