Huis de Wiers

Niet ver van de oevers van de Vaartse Rijn, en ingeklemd door moderne bedrijfspanden, houdt Huis de Wiers dapper stand als buitenplaats. Het huis heeft een lange geschiedenis van roem en verval gekend.

Wiers is vermoedelijk in 1654 gebouwd als 'ridderwoninghe' door Willem Ploos van Amstel, raadsheer van het Hof van Utrecht. Omdat 't Huis de Wiers dicht bij de rivier werd gebouwd, moest rekening worden gehouden met overstromingen.

De kelderverdieping/ het souterrain werd hoog boven het maaiveld gebouwd met als doel om de bel-etage boven het waterpeil te brengen bij een dijkdoorbraak. Via een buitentrap kwam men op het bordes dat naar de bel-etage leidde. Aan weerszijden van de buitentrap voerden twee trappen voor personeel en leveranciers naar het souterrain met de werkruimten.

Het huis was gelegen was op een eiland binnen een gracht en werd in 1723 verfraaid met vijvers, een oranjerie en een theekoepel. Huis de Wiers was een voorbeeld van het Hollands classicisme. Het landhuis werd gedekt door een dubbel zadeldak met vier schoorstenen gesierd met koperen windvanen. Door zijn hoogte en de markante daken is het in latere jaren een herkenningspunt voor schepen die over de Vaartse Rijn voeren. In vroeger tijden werd dit huis daarom 'De noordelijke wachter van Vreeswijk' genoemd. Met het kappen van 4000 bomen in 1878 begon het verval dat uiteindelijk in 1947 leidde tot afbraak van het huis.

Sinds 2006 is het huis op zijn oude gewelfkelders weer herbouwd. Architect Jaco de Visser richtte de kelders in als restaurant en bracht in houtskeletbouw de historische contouren van het verdwenen huis terug.