Oostbroek

Gelegen in het vroeger zo landelijke gebied tussen de Uithof in het westen (nu Utrecht Science Park) en de bebouwde kom van Zeist in het oosten, komt landgoed Oostbroek nu steeds meer tussen de bebouwing te liggen. Gelukkig biedt het landgoed nog genoeg rust voor een mooie wandeling in het landschappelijk aangelegde park. 

Het hoofdhuis is uitgevoerd in neorenaissancestijl. Door het huis heen loopt een noord - zuid gerichte zichtas, over gazons begrensd door bosranden. Het landgoed bestaat verder voornamelijk uit bospercelen, boomgaarden en weilanden. Aan de oprijlaan van Oostbroek ligt het voormalige koetshuis met woning uit 1888. Qua stijl is het pand verwant aan de oranjerie, die eveneens aan de oprijlaan ligt, in de vroegere moestuin. Daar vind je nu ook nog een geurige en kleurrijke kruidentuin. 

Het huidige Oostbroek is ontstaan uit de gelijknamige middeleeuwse Benedictijner abdij. Deze abdij kwam eind 16de-eeuw, ten tijde van de Reformatie, in bezit van de Staten van Utrecht en later in particuliere handen. In 1883 werd Oostbroek eigendom van Willem Jan van Royaards, die enkele jaren later opdracht gaf tot de bouw van het huidige huis. I.H.J. van Lunteren maakte in 1887 het ontwerp in landschapsstijl voor het huidige park. 

In 1924 kreeg het huis door uitbreiding een U-vormige plattegrond.

Oostbroek is sinds 1978 eigendom van het Utrechts Landschap dat er haar hoofdkantoor heeft en een winkel in de oranjerie. In het voormalige koetshuis is Landschap Erfgoed Utrecht gehuisvest. 

Link met kolonialisme

"In 1667 verrees het eerste buitenhuis Oostbroek op de plaats van het oude klooster (de huidige bebouwing stamt uit 1887). Van 1778 tot 1784 woonde Otto Willem Falck (1738-1814) met zijn gezin op het landgoed. Otto Falck was een van de dertien kinderen van een Duitse officier die diende in het Nederlandse leger. Falck senior was daarmee een buitenbeentje, want al zijn broers waren naar Azië vertrokken in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). En ook hun kinderen probeerden fortuin te maken in Azië. De bekendste was Otto’s neef: Iman Willem Falck (1736-'85) die het tot gouverneur van Ceylon (het huidige Sri Lanka) schopte. Hoewel Otto Falck was voorbestemd om net als zijn vader het Nederlandse leger in te gaan, koos hij uiteindelijk voor (het geld van) de VOC. Hij begon onderaan de ladder, maar maakte dankzij zijn familieconnecties razendsnel carrière in de VOC-vestiging te Patna (Noord-India). Na 15 jaar, op zijn 36ste, keerde hij als een zeer vermogend man terug naar Nederland. De huur van de buitenplaats Oostbroek kon hij zich dan ook prima veroorloven. Zijn zoon Anton Reinhard Falck (1777-1843) bracht zodoende een deel van zijn jeugd door op Oostbroek. Hoewel deze Anton Falck niet naar de koloniën trok, trad hij in 1818 wel aan als minister van Koloniën. Hij was in die functie de baas van zijn studievriend, gouverneur-generaal Godert van der Capellen, die later op de buitenplaats  Vollenhoven ging wonen."
Bron (deels ingekort): De Bilt - Koloniaal erfgoed te voet